Henk vindt

Zeilende beeldhouwer

Kunstenaars zien vaak de dingen net wat scherper. Ze hebben net wat meer oog voor wat er om hen heen gebeurt. Maatschappelijk, soms ook politiek, maar vooral ook wat er gebeurt in hun leefomgeving en in de natuur.

Een beeldhouwer uit Amsterdam komt al meer dan 35 jaar met zijn boot naar Friesland. Wat hem de laatste jaren opvalt is iets wat mij ook al is opgevallen, maar door zijn schrijven in de Leeuwarder Courant ben ik mij er nog meer bewust van geworden. Met zijn boot over de Friese meren en door de kanalen ziet hij weilanden, kale weilanden. Weilanden die meer weg hebben van te fel gekleurde biljartlakens dan van een natuurlijke omgeving waar koeien grazen. Hij ziet geen rafelranden meer. Waar zijn de struiken, de bloemen, de wilgenbosjes? Hij vindt de natuur zelfs stiller dan die langs de Amsterdamse oevers. Waar zijn de eenden, de meerkoeten, de zwaluwen en de roofvogels vraagt hij zich af.

Hij heeft gelijk. Het weiland waar ik vroeger doorheen liep op zoek naar ‘ljipaaien’ is er niet meer. De lekker sompige weilanden die dan weer rood kleurden van de zuring, of geel van de boterbloemen, of lila van de pinksterbloemen zijn verdwenen. Er is enkel zo hier en daar nog een triest randje riet langs de oevers van de vaarten en kanalen te ontdekken. De kopjeduikelende ‘ljip’ zie je nog zelden, net als onze nationale vogel de grutto. Alles is verworden tot kaal, gifgroen productie weiland. Gigantische trekkers met enorme mestinjectiemachines razen over de biljartlakens. Maaimachines die lijken op transformer-achtige, angstaanjagende wezens van een andere planeet hoor je overal bulderen. Moet dat nou allemaal zo. Kan het niet anders.

Kan het waterpeil niet wat hoger? Weer greppels en sloten die lekker tot aan de rand vol water staan met langs alle oevers in ieder geval een strook van 5 of 10 meter ongemaaid en verwilderd weiland. Laten we daar nou eens mee beginnen. Krijgen de bloemen en de bosjes weer een kans, hebben allerlei insecten weer een ‘leefomgeving’ waar ook weer vogels op af komen. En als de boer nou zodra hij gaat maaien dat vanuit het midden van het weiland gaat doen, krijgen alle jonge ljippen en grutto’s een kans om te ontsnappen naar de ongemaaide randen van het weiland waar ze niet alleen voedsel vinden, maar ook ruimte om zich te verstoppen. Dit is niet zomaar een bedenksel van mij, ik weet dat er boeren zijn die al op deze manier met hun bedrijf en de natuur bezig zijn. Hulde daarvoor! Het werkt in ieder geval productiever en zorgt voor meer begrip en sympathie dan het op de kop hangen van onze nationale vlag en het storten van asbest op vierbaans wegen.

Met dank aan die zeilende beeldhouwer uit Amsterdam.

Henk Hofstra

PS: Het zal denk ik ook niet het hele klimaat- en co2-probeem oplossen, maar als we nou eens wat meer bomen gingen planten, ook in steden. Bomen nemen co2 op, houden met hun wortels grond en water vast, zorgen voor schaduw en het wordt een stuk minder heet dan in een versteende straat. Dus vanaf morgen gras op de daken, tegels en grindbakken uit de tuin. (Die tuinen zien er sowieso al niet uit.) Bomen planten in tuinen en straten, bomen langs de onverharde paden van de boer die de laatste rand van 10 meter weiland tot aan de sloot laat voor wat het is. Er ontstaat dan weer een coulissenlandschap waar de insecten, vogels en andere dieren ons dankbaar voor zullen zijn. En wij wat vaker op de fiets. Alle beetjes helpen.