Henk vindt

Weerloos

Deze keer moet ik het even hebben over twee dingen; over de weerloosheid van alles wat waarde heeft en over het advies van de Raad voor Cultuur. Het gebeurde allemaal in hetzelfde weekend, het laatste weekend van januari.

Lucebert: “Alles van waarde is weerloos.”
Je zult maar Mona Lisa zijn. In 1956 gooide iemand zuur naar de Mona Lisa en in datzelfde jaar gooide een Boliviaanse schilder een steen naar het doek. In 1974 was het schilderij te zien in Tokio, een vrouw bespoot het met rode verf uit een spray. In mei 2022 gooide een als oude vrouw vermomde man een taart richting het schilderij en smeerde alles lekker uit over de vitrine. En gisteren werd het schilderij getrakteerd op soep van een paar klimaatactivisten, die vorig jaar de zonnebloemen van Van Gogh nog hadden aangevallen.

Je kunt er alles van vinden, er mee eens zijn, er kwaad om worden omdat je van kunst af moet blijven, je schouders ophalen en denken dat het wel weer over gaat….het kan allemaal. Maar waar gaat het naartoe als we het acceptabel gaan vinden om kunst en cultuur te beschadigen of te vernietigen, boeken en schilderijen gaan verbanden, mensen met een andere mening of geloof het hoofd afhakken? Waar begint en waar stopt geweld? Hoe ver mag je gaan en wie trekt die grens? Mag je, om hetgeen jij een goed doel vindt, de eigendommen van anderen of waardevolle kunst en culturele verworvenheden verwoesten? Naar mijn idee ben je dan niet echt constructief bezig. Je krijgt wel veel media aandacht, maar voor je’t weet keert die publiciteit zich tegen je. Geweld tegen alles wat van waarde en weerloos is kan nooit een oplossing zijn.

De Raad

In hetzelfde weekend kwam de Raad voor Cultuur met een uitgebreid advies voor kunst en cultuur voor 2029 en de jaren daarna. Stomtoevallig stond er iets in wat ook in een motie van de BBB, SGP en CU, die vorige week in de Tweede Kamer is aangenomen, stond: “Een betere spreiding van cultuursubsidies over het hele land.” In de Tweede Kamer wilde men ook af van de zogenaamde inclusie- en diversiteitspolitiek. Dat laatste is men in cultureel Nederland wel even van geschrokken. Maar ook het advies van de Raad voor Cultuur om alle zes grote fondsen die zich nu met subsidies bezig houden (en allemaal hun eigen eisen hebben) op te heffen en over te gaan tot één groot Cultuurfonds met afdelingen in alle provincies stuitte op enige verwarring. Sommigen zagen hun baantjes al in gevaar komen. Ook het advies van de Raad om de zittingstermijn van bestuursleden aan banden te leggen en te zorgen voor een grotere verscheidenheid van bestuursleden, zal wel enig gerommel geven. Het hele voorstel is geschreven om een betere toegang tot kunst en cultuur te krijgen voor iedere Nederlander. En om er voor te zorgen dat de subsidies beter over het hele land worden verdeeld. Het is eigenlijk in de basis helemaal geen slecht advies. Ik ben benieuwd hoeveel mensen er straks zullen opstaan die beginnen met de Raad overal veren in te steken en vervolgens…Ja, mooi allemaal, maar…….

Henk Hofstra