Ik bouw laag voor laag, zo ontstaan mijn kunsten. Het is graven naar wat ik de kern noem, het opbouwen tot kleur die er weer zal komen. Nu verken ik de grauwe, grijze tinten.
Jaren geleden ben ik begonnen met mijn zoektocht. Ik werd me steeds meer bewust van de vergankelijkheid, mijn vergankelijkheid. Ik zoek naar de zin van mijn werk en ga terug naar de moeder schoot. Ik gebruik het ontkiemende, de betrekkelijkheid en laat me leiden door Eros en Thanatus.
Ik laat me niet vangen in het kader van het witte doek. Ik zoek en vind mijn materialen: afval, plastic, karton, teer, carboleum, rolgordijnen enz. Ik maak mijn eigen kader.
Toeval, dat is het woord dat bij mij werken past. Ik graaf naar de kiem. Mijn werken worden geboren, het beeld komt te voorschijn. Momenteel voor mij geen Cobrakleuren.
In mijn portretten zie je de gelaagdheid van geboorte en dood. Zoeken naar de kiem van mijn werk met al die elementaire basismaterialen. Het is mijn manier om tot kleur te komen. Een zaadje verstopt in moeder aarde in prachtige kleuren, maar toch vaak door mij uitgevoerd in zwart, grijs en wit.